DéFI-partij wil nieuwe gebiedsroof

De Franstalige DéFI-partij kreeg in 2019 een nieuwe partijvoorzitter in opvolging van de beruchte Vlaamsonvriendelijke Olivier Maingain. François De Smet kreeg 62,3 % van de stemmen. Hij leidt sindsdien de partij met haar twee volksvertegenwoordigers in de Kamer en tien leden in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. De Smet liet zijn voorganger de pen vasthouden om het communautaire manifest van zijn partij, het vroegere FDF, Front des Francophones, nadien Fédéralistes Démocrates Francophones en voorlopig tenslotte Démocrate Fédéraliste Indépendant of DéFI, wat  op te frissen en wat bij te spijkeren. Dat manifest is nog erger uitgevallen dan wat de rabiate franskiljons tot op heden hebben uitgekraamd. Nog voor het FDF op 11 mei 1964 het levenslicht zag, spuwden haar voorlopers ons tijdens de tweede Mars naar Brussel in 1962 in het gezicht: ‘Keer naar uw dorp!’ Vandaag steken ze hun grijparmen uit naar al de gemeenten van de Vlaamse gordel rond Brussel met de annexatiedroom via referendum. En wordt het dus: geef ons uw dorp af, zoals ze al sinds 1830 alle 19 voordien Vlaamse gemeenten van Brussel hebben geannexeerd.

We zouden er ons natuurlijk kunnen vanaf maken met het gezegde ‘De honden blaffen, de karavaan trekt verder. Maar waar rook, is vuur.

DéFI wil onder meer dat de inwoners van al de Vlaamse randgemeenten, die aan Brussel grenzen, inclusief onze faciliteitengemeente Wezembeek-Oppem, die niet aan Brussel grenst, zich bij referendum kunnen uitspreken over een aansluiting bij dat gewest. Naast onze vijf andere faciliteitengemeenten Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode en Wemmel, werpen ze dus ook nog een begerige blik op Grimbergen, Vilvoorde, Machelen, Zaventem, Tervuren, Overijse, Hoeilaart, Sint-Pieters-Leeuw, Dilbeek en Asse. En als het van hen afhangt, zullen ze er zeker nog Beersel , dat niet aan Brussel grenst, gretig bijpakken.

Nog erger dan voordien

Als dat geen oude wijn in nog grotere nieuwe zakken is, dan weten wij het niet. De DéFI-honger is nog  groter dan die van weleer. Tegen artikel 5 van de huidige Grondwet  in willen ze niet de Kamer en de Senaat door een wet met een tweederde meerderheid gemeenten van het Nederlandse taalgebied laten overhevelen naar het tweetalige(?) gebied Brussels Hoofdstedelijk Gewest, maar die beslissing bij referendum overlaten aan de inwoners  van zestien Vlaamse gemeenten rond Brussel. Eventjes narekenen: Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Wemmel en Wezembeek-Oppem telden op 1 januari 2022 75.005 inwoners. De overige begeerde en hierboven vermelde prooien zonder Beersel  tellen 311.160 inwoners en Beersel levert er desgewenst een bijkomende hapklare brok van 26.012 potentiële kandidaat-Brussels Hoofdstedelijke Gewestbewoners bij.

De Smet en compagnie dromen er dus van aan 75.005 inwoners van de zes faciliteitengemeenten en 311.160 inwoners van de 10 gemeenten die aan Brussel grenzen het eeuwigdurende geluk te kunnen bieden om zich bij referendum aan het armoedig  Brussels Hoofdstedelijk Gewest te kunnen overgeven.

Die verhoopte opslorping volstaat evenwel niet voor De Smet en compagnie. Voor Brussel maken ze het nog bonter dan het nu al is. Ze willen het tot nu toe gewaarborgd aantal Nederlandstalige zetels (17 van de 89) voor het Brussels Hoofdstedelijk gewest afschaffen. Taalhomogene lijsten zijn er niet meer nodig. Dus moeten Nederlandstaligen op taalgemengde lijsten van dezelfde politieke familie  een plaatsje gaan bedelen op hoofdzakelijk Franstalige lijsten en zeker geen Vlaamse taaleisen stellen. Een minimum van één Nederlandstalige minister in plaats van twee is al genoeg en de taalwet, die al niet wordt nageleefd, zo ze al niet gesaboteerd wordt, moet nog minder strikt gemaakt worden.  Hoe hij dit alles rijmt met zijn stelling dat Vlamingen in Brussel in ziekenhuizen en openbare diensten in het Nederlands terecht moeten kunnen is voor ons een compleet raadsel.

Het kan niet op

De Franstalige gemeenteraadsleden in de Vlaamse rand, en dat zijn er tientallen, moeten zich in hun taal in de gemeenteraad kunnen uitdrukken. En België moet het Europees minderhedenverdrag goedkeuren.  Wat Franstalige minderheden in heel Vlaanderen toe zal toelaten taaleisen te gaan stellen.

Op de koop toe wil zij een ‘politiek cordon sanitaire’ niet alleen rond Vlaams Belang en de PVDA maar ook rond de N-VA, die toch maar uit is op ‘de vernietiging van België’.

Met dergelijke voorstellen krijgt de DéFI-voorzitter nog een titel in de Standaard: ‘Ze noemen ons Vlamingenhaters, maar wij haten niemand’.

Met La Fontaine spelen zij de fabel na van de kikker (Lees: La Grenouille et le Boeuf), die zich opblaast om de koe te evenaren en… ontploft.