Vlaams minister van Onderwijs, Ben Weyts, beantwoordde vragen van Vlaams parlementslid Jan Laeremans over de acht Franstalige basisscholen in de zes Vlaamse faciliteitengemeenten rond Brussel met een jaarlijkse kostprijs van meer dan 13 miljoen ten laste van de Vlaamse begroting. De inspectieverslagen van de Franse Gemeenschap over die scholen lieten de vorige minister van Onderwijs, Hilde Crevits, niet toe de intrekking van de erkenning van die scholen te verantwoorden. En dus gaf de Vlaamse regering geen reactie op die verslagen.
Toch stelt Ben Weyts vast dat het opvallend is dat in die inspectieverslagen geen informatie staat over het vak Nederlands.
Bij de goedkeuring van die wet in 1963 stond duidelijk te lezen dat ‘het zekerlijk de bedoeling was’, aldus toenmalig minister van Onderwijs, Renaat Van Elslande, ‘dat de Franstalige kinderen door toename van het aantal lesuren Nederlands na de Franstalige basisschool zouden kunnen overstappen naar Nederlandstalig middelbaar onderwijs.’ En doen ze dat? Zekerlijk een groot aantal niet.
Omdat het Grondwettelijk Hof de bevoegdheid bij de inspectie van de Franse Gemeenschap heeft gelegd, kan Vlaanderen zoals het eerst geprobeerd heeft via een interpretatief decreet bij die scholen geen kwaliteitscontrole van de lessen Nederlands doorvoeren.
Minister Weyts laat nu weten dat hij van plan is zijn Franstalige minister van Onderwijs de inspectie te laten nagaan hoe de lessen Nederlands daar ingevuld worden.
Hij kan meteen de bevoegde federale minister van Wetenschapsbeleid David Clarinval vragen te laten nagaan hoe de taalinspectie met haar twee taalinspecteurs, elk van een andere taalrol, controle voeren bij de opname van niet-Franstalige leerlingen in het Franstalig kleuter- of basisonderwijs. Want blijkens de beschikbare verslagen is het niet ondenkbaar dat daar de verantwoordelijke schooldirecties een loopje nemen met die taalverklaring. Blijkens de wet mogen alleen leerlingen van wie de moedertaal of de gebruikelijke taal het Frans is en van wie de ouders in een faciliteitengemeente wonen, in die Franstalige kleuter- of basisscholen worden opgenomen. Die taalinspectie is verankerd in artikel 18 van de wet van 30 juli 1963 houdende taalregeling in het onderwijs. Barbara Pas, federaal collega van Vlaams parlementslid Jan Laeremans, kreeg hierover het volgende antwoord van minister Clarinval: ‘Ook de nieuwe inschrijvingen in elke Franstalige basisschool in de zes faciliteitengemeenten rond Brussel vallen onder de taalcontrole. Die voert de Taalinspectie in de eerste plaats op administratieve basis uit. Dat wil zeggen dat elke, door de school opgestuurde verklaring van het gezinshoofd (taalverklaring) die de Taalinspectie controleert, op eer werd ingevuld en ondertekend door het gezinshoofd van de nieuw ingeschreven leerling in kwestie. Volgens de geldende taalwetgeving in het onderwijs is het niet ongeoorloofd dat er op een taalverklaring bij de vierde rubriek, i.v.m. de moedertaal of gebruikelijke taal van de leerling, ook andere talen dan het Frans vermeld staan.
Ervan uitgaande dat elke te controleren taalverklaring naar waarheid wordt ingevuld door het gezinshoofd, is de bijkomende vermelding van eventuele andere talen dan het Frans op de taalverklaring bij de vierde rubriek (i.v.m. met de moedertaal of gebruikelijke taal van de leerling) geen aanleiding voor de Taalinspectie om te twijfelen aan de beheersing of kennis van het Frans als moedertaal of gebruikelijke taal van de leerling in kwestie.’
Is met die laatste interpretatie van de Taalinspectie en van de bevoegde minister niet meteen duidelijk dat Franstaligen niets geven om de juiste toepassing van de wet van 1963? Op die manier komen jaarlijks vele tientallen, misschien zelfs honderden leerlingen van wie het Frans niet de moedertaal of de gebruikelijke taal is, in Franstalige klassen terecht. Om daar in kleuter- en basisschool met het geld van de Vlaamse Gemeenschap en verfranst te worden en onvoldoende Nederlands te leren. En Vlaanderen laat dat maar gebeuren.
Als antwoord op de gestelde vraag laat minister Weyts weten dat hij zijn collega-minister bij de Franse Gemeenschap zal contacteren om de nodige afspraken te maken rond het overmaken van de inspectieverslagen van de Franstalige basisscholen in de Vlaamse Rand. Hij zal er ook op aandringen dat bij die inspectiebezoeken wordt ingegaan op het vak Nederlands, dat op basis van de onderwijstaalwet van 1963 in die scholen sterker moet zijn dan in andere scholen van de Franse Gemeenschap. Om te besluiten dat het voor hem geheel onduidelijk is op basis van welke juridische elementen deze scholen uit de subsidiëring zouden kunnen gehaald worden.
Weyts II
Al in 2003 keurde het Vlaams Parlement eenparig een resolutie, uitgaande van Kris Van Dijck, goed met als één van de aandachtspunten een individueel taalonderzoek van de leerlingen, zodat desgevallend hun taalachterstand zo vlug mogelijk kon bijgewerkt worden. Het aantal niet-Nederlandstalige leerlingen, dat toen in onze hoofdstad voor Nederlandstalig onderwijs koos, rees de pan uit, mede ten gevolge van de goedgekeurde liberté du père de famille. Die toestroom van anderstaligen ging echter gepaard met een kwaliteitsverlies van de kennis van o.m. dat Nederlands. Als er aansluitend bij dat taalonderzoek geen individuele begeleiding en remediëring volgde, dan hoeft men niet verbaasd te zijn dat dergelijk voorgesteld taalonderzoek boter aan de galg was. De respectieve bereidheid van de onderwijskoepels om ofwel een lesuur Nederlands op te offeren voor wat maatschappelijke vorming of op de speelplaats en zelfs in klasverband dat verplicht Nederlands door de thuistaal van de leerlingen te laten verdringen spreekt boekdelen.
Hoog tijd dus voor taalonderzoek, desgevallend gevolgd door taalbad of individuele taalbegeleiding, dat nu eindelijk in het regeerakkoord is opgenomen.
In Brussel zelf is minister van Meertaligheid, Sven Gatz, gaan dwarsliggen. In 2003 had hij voor gestemd. Het resultaat van jarenlang de lat zo laag mogelijk leggen en geen eisen durven, ja zelfs mogen stellen. De Vlaamse Gemeenschapscommissie wil dus naar verluidt geen taalonderzoeken/screenings in Brussel laten uitvoeren. Of Weyts op ramkoers met Gatz.