Faciliteiten gedateerd

Voorspel

1930: Viering 100 jaar Belgische onafhankelijkheid. Er wordt een tienjaarlijkse volkstelling inclusief talentelling gehouden. Tot dan toe waren er geen administratieve gevolgen aan de talentelling verbonden.

Wet van 28 juni 1932: ‘Artikel 3 §1. : ‘Onder voorbehoud van hetgeen in artikel 2 bepaald wordt voor de gemeenten der Brusselse agglomeratie, zullen de gemeenten waarvan, volgens de jongste tienjaarlijksche volkstelling, de meerderheid der inwoners meestal een andere taal spreken, dan die der taalgroep waarbij zij door artikel 1 zijn ingedeeld, voor hunne inwendige diensten en voor de briefwisseling de taal van die meerderheid gebruiken.’ Gevolg: bij de eerstvolgende talentelling van 1947, uitgesteld van 1940 naar 1947, ingevolge begin van de oorlog, zullen Evere, Ganshoren en Sint-Agatha-Berchem naar de Brusselse agglomeratie worden overgeheveld. Die overheveling gebeurde in 1954, toen de pas gevormde regering de resultaten van de volks- en talentelling publiceerde.

Artikel 6 § 3 : ‘De berichten en mededelingen tot het publiek gericht door de plaatselijke diensten van den staat, van de provinciën of van de daaraan ondergeschikte administratieve en openbare overheden, zoomede door de gemeenten en de daaraan ondergeschikte administratieve en openbare overheden, worden in de taal der gemeente gesteld.’

  • 4 : ‘Zij moeten in beide talen gesteld worden in de gemeenten waar, op grond van de jongste tienjaarlijksche volkstelling, 30 t. h. der inwoners hebben verklaard meestal de taal der andere taalgroep te spreken.’ Die externe tweetaligheid is de voorbode van de latere faciliteiten, die onze zes gemeenten en een aantal taalgrensgemeenten in 1962-1963 worden opgesolferd.

Artikel 6, § 3: De berichten en mededeelingen tot het publiek gericht door de plaatselijke diensten van den staat, van de provinciën of van de daaraan ondergeschikte administratieve en openbare overheden, zoomede door de gemeenten en de daaraan ondergeschikte administratieve en openbare overheden, worden in de taal der gemeente gesteld.

Gezien de bevoegde minister zelf de resultaten van de talentelling van 1930 als onbetrouwbaar omschrijft, worden na de goedkeuring van nieuwe taalwet van 1932 in het najaar van 1933 de resultaten van 25 taalgrensgemeenten gecontroleerd. Het aantal Nederlandssprekenden  stijgt er van 27,98% tot 32,11%. Het aantal Franssprekenden daalt van 67,95% naar 63,84%. Alleen in Spiere daalt het aantal Nederlandssprekenden van 43,75% naar 42,70%.

1948-1958: Tijdens die periode zochten Vlamingen en Walen van verscheidene partijen in het Harmelcentrum naar de verbetering van de samenlevingsvormen voor beide culturele gemeenschappen.

Wij citeren CVP-volksvertegenwoordiger Jan Verroken, vooraanstaand lid van het Centrum: ‘Volgens het Centrum betekende faciliteiten (wellicht heeft Verroken die term voor het eerst gebruikt)  niet tweetaligheid; het betekende dat de streektaal voertaal blijft voor administratie en onderwijs plus als afwijking individuele tegemoetkoming als vrije hulp en,  wat het onderwijs betreft, ten hoogste versterkt onderricht van de tweede taal. De faciliteiten werden door het Centrum dan nog beperkt tot drie steden (Ronse, Edingen, Moeskroen), die er zelf vrij zouden over beslissen.

In de culturele afdeling werd een Franstalige nota neergelegd, die we voor onze lezers vertalen: ’De Waalse gemeenschap en de Vlaamse gemeenschap moeten homogeen zijn. Vlamingen die zich in Wallonië vestigen en Walen die zich in Vlaanderen vestigen moeten opgeslorpt worden door het milieu. Het persoonlijk element moet wijken voor het territoriaal element.’

1961-1963 De nieuwbakken regering Théo Lefèvre wil schoon schip maken met de in haar ogen steriele taaltwisten. Op 14 november 1961  dient minister Gilson bij de Kamer het taalgrensontwerp in.

Op 15 februari 1962 keurt de Kamer het deels gewijzigde ontwerp goed. De Senaat zal het na wijziging terugsturen naar de Kamer. De Kamer stemt de definitieve tekst op 31 oktober 1962, kort na de incidentrijke Tweede Mars naar Brussel op 14 oktober. Komen-Moeskroen en Voeren waren de grootste struikelblokken geweest. Op 1 september 1963 werd de wet van kracht. Vijfentwintig Vlaamse gemeenten, toen nog niet gefusioneerd, kwamen nu in een Vlaamse provincie terecht, in dertien gemeenten met het Frans als voertaal  werden faciliteiten voor Nederlandstaligen ingevoerd en negentig Vlaamse gemeenten bij de taalgrens kregen een vast statuut.