Wilde Wilmez wijzer worden

Veronique Caprasse: niet benoemd als burgemeester

De Franstalige Sophie Wilmès was voordat ze federaal minister werd schepen van het Vlaams Sint-Genesius-Rode en provincieraadslid van Vlaams-Brabant voor de Union Francophonelijst. Zij is in Rode nu niet alleen gemeenteraadslid voor de francofele lijst IC-GB, maar ook nog voorzitter van de MR in de hele Vlaamse gordel – in haar ogen de périphérie bruxelloise. Tussendoor is zij federaal minister van Begroting. Ook het toezicht op de Nationale Loterij behoort tot haar portefeuille en zij cumuleert dat alles ook nog met Openbaar Ambt en Wetenschapsbeleid, inclusief de federale musea als dat van Tervuren over Midden-Afrika. Ooit lanceerde premier Michel de slogan: ‘Jobs, jobs, jobs.’ Was dat misschien een vooruitzicht voor de carrière van zijn partijgenote Wilmès?

In haar hoedanigheid van minister van Begroting, zeg maar de boekhouder van de Belgische staat, zou zij de knip op de Belgische portemonnee moeten houden, maar alles laat voorzien dat er op het einde van dit jaar 2019 alleen 8,5 miljard euro bijkomende federale schulden zullen gemaakt zijn. Bij het begin van de regering Michel had die ons voorgespiegeld dat erin 2019 een begrotingsevenwicht zou zijn.

Wie gelooft die mensen nog?

De maand februari was op de elfde nog koud genoeg om Sophie Wilmès te doen ontvlammen tegen Vlaams minister Homans als zou die, zo lezen we in De Standaard, na een morgeninterview voor de VRT, flagrant de rechten van de Franstaligen miskennen. Homans had daarbij immers aangekondigd dat ze de aangewezen burgemeesters van Rode, Drogenbos, Linkebeek en Wezembeek-Oppem niet tot burgemeester zou benoemen.

Sophie noemt dat een ontkenning van de democratie en een miskenning van de rechten van de Franstaligen. ‘Dat gaat’, zo orakelt Sophie, in tegen een arrest van de Raad van State en miskent ook een recent arrest van het Hof van Cassatie , dat zegt dat een Franstalige in de faciliteitengemeente slechts één keer moet vragen om (levenslang, nvdr) in het Frans aangeschreven te worden. Rechters van de Algemene (tweetalige) Vergadering van de Raad van State en van de Franstalige afdeling van het Hof van Cassatie nemen blijkbaar de rol over van het parlement, wanneer zij mogen bepalen wat er in de faciliteitenwet van 1963 en dan nog alleen voor onze zes Vlaamse (faciliteiten)gemeenten had moeten staan.

Die wet zegt, zo lezen we in een artikel van kamerleden Vuye en Wouters in DOORBRAAK.BE het volgende: ‘In hun betrekkingen met een particulier gebruiken dezelfde diensten de door
betrokkene gebruikte taal voor zover die taal het Nederlands of het Frans is. ‘ Op 16 december 1997 ondertekende toenmalig bevoegd minister Leo Peeters voor Binnenlands Bestuur zijn bekende Omzendbrief met een strikte interpretatie van wat faciliteiten zijn: Franstaligen worden in een Vlaamse faciliteitengemeente in het Nederlands bediend maar kunnen daarbij telkens opnieuw desgewenst verzoeken om een Franstalig document aangeleverd te krijgen.

Omzendbrief

In 2003 verwerpt de toenmalige bevoegde Nederlandstalige kamer van de Raad van State de bezwaren van een aantal Franstaligen tegen die Omzendbrief en in een arrest van 2008 bevestigt dezelfde Vlaamse kamer dat dit de enige juiste interpretatie van faciliteiten is. Sedertdien hebben alle bevoegde Vlaamse ministers van Binnenlandse Aangelegenheden, o.m. Marino Keulen, Geert Bourgeois en Liesbeth Homans, onafgebroken de Omzendbrief van Leo Peeters toegepast.

Zij zijn blijven stellen dat de oproepingsbrieven voor de gemeenteraadsverkiezingen eerst in het Nederlands aan alle kiezers moesten verzonden worden met bijvermelde mogelijkheid een Franstalig exemplaar aan te vragen. Bij elke verkiezing lagen evenwel verscheidene gemeentebesturen van de zes faciliteitengemeenten dwars en hebben ze heimelijk of openlijk die interpretatiebrief van Leo Peeters naast zich neergelegd. Met het gevolg dat o.m. Damien Thiéry van Linkebeek, François van Hoobrouck van Wezembeek-Oppem en Arnold d’Oreye de Lantremange van Kraainem niet meer benoemd geraakten als burgemeester.

Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 en bij de zesde staatshervorming (2011-2014), goedgekeurd aan Vlaamse zijde door CD&V, SP.a, Open VLD en Groen (Merci, messieurs.), werden eenzijdig geschillendossiers uit onze zes Vlaamse gemeenten met faciliteiten ter behandeling toevertrouwd aan de Algemene (tweetalige) Vergadering van de rechters van de Raad van State. Wij zeggen wel ‘geschillen’ omdat die rechters zich wegens de grondwettelijke scheiding der machten met rechtspraak dienen bezig te houden.

Parlementen

De wetgeving blijft tot nader order een bevoegdheid van de parlementen. In een geruchtmakend arrest (227.775) van 20 juni 2014 verbrak de Algemene Vergadering het besluit van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur om Véronique Caprasse, aangewezen burgemeester van Kraainem, niet te benoemen. Wat meteen betekende dat Caprasse dus wel benoemd werd. En wat was o.m. een reden waarom de Algemene Vergadering Caprasse wel benoemde?

Wij citeren: ‘ Uit het bestreden besluit blijkt evenwel niet dat verzoekster (Caprasse nvdr) de richtlijnen van de hogere overheid feitelijk heeft miskend. Het besluit maakt geen melding van enige, concreet vastgestelde, feitelijke tekortkoming in hoofde van verzoekster met betrekking tot de toepassing van de bestuurstaalwet, waarop het zou steunen.’

Dat wil zeggen dat de bevoegde Vlaamse minister er niet in geslaagd is overtuigende feitelijke tekortkomingen van Caprasse bij de toepassing van de bestuurstaalwet te leveren. En het arrest vermeldt verder dat uit het verslag van het gesprek van Caprasse met provinciegouverneur Lode De Witte blijkt dat de intentie van Caprasse om de bestuurstaalwet niet na te leven overeenkomstig de interpretatie van de toezichthoudende (Vlaamse) overheid (zeg maar volgens de Omzendbrief Peeters) niet zo vaststaand is als haar in het besluit van de minister wordt toegedicht.

Kortom, Caprasse heeft de Kraainemse sabotage van de omzendbrief Peeters beter verdoken gespeeld dan Damien Thiéry van Linkebeek, die na openlijke weigering in een gelijktijdig arrest wel het deksel op de neus krijgt en niet benoemd wordt.

Bij de jongste gemeenteraadsverkiezingen gingen alle gemeenteraden van de zes behalve Wemmel opnieuw in de clinch met Vlaams minister Liesbeth Homans en gouverneur Lode De Witte, die in opdracht van minister Homans de opdracht had gekregen alle oproepingsbrieven in het Nederlands met aanvraagmogelijkheid van Franstalig exemplaar te versturen. Gevolg: vier geweigerde burgemeestersbenoemingen. En die gaan daartegen in beroep bij de nu tweetalige kamer van de Algemene Vergadering van de Raad van State