Sinds 27 oktober 2019 mag onze Vlaamse faciliteitengemeente Sint-Genesius-Rode er prat (?) op gaan dat ze zowel aan een oud-premier, met name Herman Van Rompuy (°1947), als aan een kersverse premier, Sophie Wilmès (°1975) onderdak verleent.
Veel vergelijkingspunten tussen beide premiers zijn er wel niet, maar wij vonden er toch enkele. Beiden zijn ingeweken Rodenaren en in de ogen van de autochtone Rodenaren allicht geen ‘bezembinders’, zoals die van Ro met een spotnaam worden omschreven. Beiden zijn telg van een vader die economie doceerde aan de universiteit. Philippe Wilmès aan de UCL en Vic Van Rompuy aan de KUL. En beiden hielden en houden er in hun grote of kleine hut een kroost van vier telgen op na.
In hun politieke loopbaan waren ze alle twee minister van Begroting. Om nadien Belgisch premier te worden. Herman deed er iets minder dan een jaar over om nadien Europees te schakelen: van begin 2010 tot eind 2014: twee periodes als voorzitter van de Europese Raad.
Sophie, die in een interview op 2 november 2019 met het Laatste Nieuws verklaarde ‘dat zij maar één levensplan had en dat was moeder worden, niet premier’, begon aan haar politieke loopbaan als MR-gemeenteraadslid in Ukkel (2000-2005). Nog vóór het einde van die legislatuur verhuisde ze naar Sint-Genesius-Rode, een Vlaamse faciliteitengemeente. Daar spelen onze anderstalige landgenoten nu al dankzij de in 1963 ingevoerde en misbruikte faciliteiten jarenlang de eerste viool. Daar kreeg ze in 2006 bij de gemeenteraadsverkiezingen meteen de tweede plaats op de Franstalige gemeentelijke IC-GB-lijst. Vermits schepenen in onze zes Vlaamse faciliteitengemeenten rechtstreeks worden verkozen en IC-GB in Rode ook al jaren op één na alle schepenambten in de wacht sleept, kreeg
Sophie bij de installatie van het gemeentebestuur in het begin van 2007 het ambt van eerste schepen in de schoot geworpen. Dat ze meteen Financiën, Begroting en Communicatie onder haar bevoegdheden krijgt, dankt zij aan haar voorafgaande studies en job. Maar dat ze bij de verkiezingen in 2006 ook al kandidaat is bij de Vlaams-Brabantse provincieraadsverkiezingen op de UF-lijst bewijst op zijn zachtst gezegd haar expansieve francofiele ambities. Zes jaar later staat ze in 2012 op dezelfde lijsten voor de gemeente opnieuw op de tweede en voor de provincie op de eerste plaats. In Rode wordt ze opnieuw eerste schepen, in Vlaams-Brabant wordt zij fractieleidster voor UF. Haar Dilbeekse lijstgenoot Dandoy is er wel de ergste franskiljon. Toch vult zij haar curriculum vitae aan met het voorzitterschap van de MR Périphérie bruxelloise, dat de democratische en culturele rechten van de 150.000(?) Franstaligen in de Vlaamse Rand verdedigt. Bij ons weten is ze dat na zeven jaar en nu als premier nog steeds.
In die gemeentelijke schepenfunctie botst ze karakterologisch met Geertrui Windels, lijsttrekker van de Vlaamse Respectlijst en echtgenote van voormalig premier en op dat ogenblik voorzitter van de Europese Raad Herman Van Rompuy. Twee jaar lang vechten die twee kemphennen in het schepencollege; twee jaar lang werd de voormalige zestien jaar lang kabinetsmedewerker naar eigen zeggen door niemand meer dan door Wilmès tegengewerkt en gepest. Beiden zetelen ook nog twee jaar in de provincieraad van Vlaams-Brabant, maar daar heeft geen van beiden zoals in Rode een uitvoerend mandaat. In 2014 schakelt Wilmès een versnelling hoger en wordt zij voor de federale verkiezingen vanuit het kieskanton Sint-Genesius-Rode eerste opvolgster kandidaat voor de MR-lijst in Brussel-Hoofdstad.
Dat kieskanton is voor onze zes Vlaamse faciliteitengemeenten voor de Kamer in het leven geroepen als toegeving en prijs aan de Franstalingen bij de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde onder de regering Di Rupo. Met onze speciale en herhaalde dank aan CD&V, Open VLD, sp.A en Groen, die tot de laatste man en vrouw die prijs wel hebben betaald.
Als eerste opvolger van minister Didier Reynders komt Wilmès in 2015 bij de regeringsvorming met premier Michel in het federaal parlement. Nog een jaartje later wordt MR-minister Hervé Jamar van Begroting gouverneur van Luik. Premier Michel heeft dan dringend iemand nodig die de ondeskundige Jamar moet doen vergeten. En wie weet waar wijze Wilmès woont? Michel rolt de rode loper uit en haalt haar weg van haar Rode-begroting van 20 miljoen voor de staatsbegroting van 170 miljard. Die centen zal ze vier jaar lang boekhoud-kundig beheren maar zeker niet met een begrotingsevenwicht afsluiten. De miljardentekorten stapelen zich verder op.
Terwijl Wilmès die serieuze stap vooruit zet, zal Geertrui Van Rompuy-Windels in Rode, nog altijd niet bekomen van de tegenwerking van de Franstalige collega’s in het schepencollege, op 7 februari 2017 onverwacht de handdoek als schepen in de ring werpen om die op 27 maart opnieuw op de schouders van voormalig schepen Anne Sobrie te leggen.
Inmiddels is de meerderheidsregering van Michel door het vertrek van N-VA afgekalfd tot een minderheidsregering van 38 eenheden en zijn de MR-boegbeelden Michel en Reynders naar het zaligmakende Europa overgelopen.
Op 27 oktober 2019 wordt zij eerste minister en leidt zij de minderheidsregering in lopende zaken als Wilmès I.
In de inmiddels aanslepende onderhandelingen voor de vorming van een nieuwe regering gelukt het de koninklijke opdrachthouders Sabine Laruelle en Patrick Dewael, mede onder druk gezet door de losgebarsten coronacrisis, op 15 maart tien partijen van meerderheid en oppositie volmachten te laten verlenen aan de regering Wilmès I om voor een periode van drie maanden, verlengbaar tot zes maanden de coronacrisis te beheersen. Wilmès I wordt een dagje later formateur voor een volwaardige minderheidsregering en met dezelfde ongewijzigde regering kan zij op 17 maart 2020 voor drie tot zes maanden voor de tweede keer bij de koning de eed afleggen als Wilmès II.
Sophie leeft nu met haar sportieve Australische man, Christopher Stone, haar stiefzoon en haar drie dochters, die enkele jaren lager onderwijs in het Nederlands volgden in het Vlaamse Sint-Genesius-Rode. Ten huize spreken ze naar verluidt Engels, Frans en Nederlands. Haar drie dochters zijn immers in het basisonderwijs wat zij noemt ‘gescholariseerd’ om ook (nvdr redactie: sterk corrigeerbaar) Nederlands te spreken.
En nu, Sophie, een fantasie van de redactie:
In 2005 verlaat gelauwerd haikudichter H.V.R. zijn Brusselse gemeente Etterbeek, waar hij als gemeenteraadslid op de CD&V-lijst is gekozen. Hij vestigt zich metterwoon in de Waalse gemeente Edingen met haar faciliteiten voor Nederlandstaligen. Hij krijgt er voor de gemeenteraadsverkiezingen meteen de tweede plaats op de Gemeentebelangenlijst, als vertegenwoordiger voor de CD&V. In feite is het een verkapte pro-Vlaamse lijst, die zowat alle Nederlandstaligen groepeert, die zich in Edingen nooit hebben willen aanpassen aan het nu Waals-Franstalig karakter van hun gemeente. Hij wordt er eerste schepen terwijl de francofiele lijst het met één schepen moet stellen. Terloops levert hij wel het bewijs van gedeeltelijke integratiebeleid door zijn kinderen te laten scholariseren in de Franstalige kleuter en lagere school, waarvoor hij zelfs in zijn vrije tijd pannenkoeken gaat bakken.
Ook bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen in 2012 is HVR opnieuw rechtstreeks verkozen als schepen en op de provincieraadlijst is hij nu lijstaanvoerder en fractieleider voor de Vlaamse Unielijst in Henegouwen. Om bij het begin van 2013 voorzitter te worden van de CD&V-Wallonië, die de democratische en culturele rechten van 1 miljoen naar Wallonië uitgeweken Vlamingen, die zich aldaar weigeren aan te passen, met hand en tand verdedigt.
En dit gebeurt tot ergernis van de enige op de Franstalige Respectlijst verkozen schepen in Edingen, een zekere Christophe Pierre, die er zich over beklaagt dat H.V.R hem het meest van alle schepenen van de GB-IC-lijst tegenwerkt en pest.
Nog een jaartje later zijn er parlementsverkiezingen, waarbij HVR eerste opvolger op de Brusselse CD&V-lijst staat, waarop de overtalrijke CD&V-kiezers uit het kanton Edingen, Komen, Moeskroen en Vloesberg ook op die Brusselse CD&V-lijst mogen stemmen. Als opvolger van minister Geens voor Justitie, komt HVR dan in de Kamer van Volksvertegenwoordigers om er na een jaar achtereenvolgens minister van Justitie te worden in opvolging van Koen Geens, die provinciegouverneur van Brabant is geworden. Om nadien zelfs het premierschap in de wacht te slepen. Want zijn voorganger heeft het Belgisch schip van staat verlaten om Europese horizonten op te zoeken.
Hier stopt ons fictieverhaal. We dragen de loopbaan die we Herman Van Rompuy ingebeeld toedichtten, over op Sophie Wilmès in ons Vlaams Sint-Genesius-Rode. En daar kon zij ongestoord haar loopbaan (laten) uitstippelen binnen het kader van de ons opgedrongen Belgische taalwetgeving met eenzijdige en misbruikte faciliteiten voor Franstaligen in Vlaamse gemeenten rond Brussel, met eenzijdig Franstalig basisonderwijs, met een eenzijdig Brussels kieskanton in Sint-Genesius-Rode, met een eenzijdig bevoegde tweetalige Algemene Vergadering van de Raad van State, die met zijn rechters zelfs vierjaarlijkse en levenslang hernieuwbare Franse taalkeuze mogelijk maakt.
Waar een Wil (m) ès is, is een weg.