Op onze werktafel ligt een kopie van een motie, die in Wezembeek-Oppem tussen 9 en 12 juni 1963 door dertig Vlaamse verenigingen werd ondertekend.
In de nasleep van meer dan drie jaar communautaire botsingen met de afschaffing van de tienjaarlijkse talentelling in het kader van de volkstellingen in 1960, met de twee Marsen naar Brussel in 1961 en 1962 en de parlementaire vastlegging van de taalgrens in 1962 ging er in die jaren geen dag voorbij zonder communautaire oprispingen. En dat naast de onafhankelijkheid van Congo en een land dat maandenlang geconfronteerd werd met de stakingen tegen de Eenheidswet van Gaston Eyskens.
Op 4 juni 1963 kwam de regering Lefèvre-Spaak (met haar toen nog unitaire partijen PSC-CVP en PSB-BSP) op voorstel van minister Gilson voor Binnenlandse Zaken, met het wetsvoorstel op de proppen om onze zes Vlaamse gemeenten Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Wemmel en Wezembeek-Oppem zonder meer gewoon bij de Brusselse agglomeratie te voegen in de hoop daarmee die agglomeratie de facto wat tweetaliger te maken en de taalwet, die daar zoals nu toch niet werd en wordt nageleefd, toen wat correcter te laten toepassen.
Meteen gingen in Vlaanderen en zeker in onze zes gemeenten de poppen aan het dansen. Ons Komitee der Randgemeenten was in 1960, dus nu zestig jaar geleden, uit de schoot van de Comissie Randgemeenten in het Vlaams Komitee Brussel tot een onafhankelijke vereniging uitgegroeid met een Dag der Randgemeenten, waarbij een autokaravaan van 800 auto’s een eerste gordel rond Brussel reed. Na onze medewerking aan de Marsen naar Brussel werden we meteen in eigen huis bedreigd. Wij brengen u de reactie in één van onze zes gemeenten.
Op initiatief van het plaatselijk Vlaams Komitee voor Wezembeek-Oppem werd onderstaande tekst ter ondertekening aan het georganiseerd gemeenschapsleven voorgelegd:
Geen gebiedsroof
De Regering wil aan Vlaanderen zes Vlaamse randgemeenten ontroven. Dat is de krachtlijn van haar nieuw ontwerp. De rest van dit ontwerp dient enkel om die roof door de Vlamingen te doen slikken.
De franstaligen te Wezembeek-Oppem hebben steeds onwettelijke taalvoorrechten opgeëist en ook verkregen. De Overheid heeft immers de onwettelijkheid schaamteloos in de hand gewerkt.
Door het onverwijld inschakelen van Wezembeek-Oppem en nog vijf andere randgemeenten in de Brusselse agglomeratie, gebied waar de onwettelijkheid in zake taalgebruik ten opzichte van de Vlamingen hoogtij viert, worden de taalvoorrechten van de franstaligen onmiddellijk wettelijk erkend.
Deze inschakeling is een gemene gebiedsroof, welke ogenblikkelijk volledige voldoening schenkt aan al de franstaligen van Brussel en omstreken. wat krijgen de vlamingen voor deze gemene gebiedsroof? Opnieuw een ‘stuk-wet-op-papier’ houdende volstrekte tweetaligheid in de Brusselse agglomeratie.
Over de toepassing ervan zal dezelfde Overheid waken, die sinds meer dan dertig jaar de huidige taalwet ten nadele van de Vlamingen heeft verkracht.
Met andere woorden: ‘alles voor de franstaligen en nog wel onmiddellijk en ‘niets’ voor de Vlamingen, dan een ‘stuk wet op papier’!
Het regeringsontwerp is een handig bedrog, waarvan de ondergetekenden niet willen weten en dat zij met misprijzen verwerpen.
Namens het georganiseerd gemeenschapsleven te Wezembeek-Oppem
Vlaams Komitee, Kerkfabriek HH. Michaël en Jozef, Jong-KAV, KAV-Oppem, Davidsfonds, Filosofisch Instituut, Turn-en Ontspanning Excelsior, Paters Passionisten, De Toneelkring De Morgenster, Bond H. Hart, Jonge Gezinnen, Kerkfabriek Sint-Pieter, Cinafotoclub, Parochiale Werken, Volksdangroep De Meibloempjes, Boerinnenbond, ACV, Chiromeisjes Sint-Pieter, Directie van de Vrije Meisjesscholen, H. Hartbonden Sint-Pieter, Gepensioneerdenbond Wezembeek-Oppem, KAV-Sint-Pieter, Toneelkring De Lustige Ambachtslieden, De Kluchtige Duif, Halewijnzangvereniging, Bond van Grote en Jonge Gezinnen, De Boerenbond, VTB-VAB en VVKS
In deze verzetssfeer organiseerden we twee spoedbetogingen, één op 22 juni te Wemmel, met een aantal incidenten, waar zowat 4000 betogers aan deelnamen, en één op 29 juni te Wezembeek-Oppem, waar ook burgemeester de Grunne eventjes in het nauw werd gebracht. ‘Revolutie’ en ‘Geef ons wapens’ klonken er om het luidst toen Wilfried Martens de Vlaamse parlementsleden opriep de politiek van de regering af te keuren en hij de Vlaamse ministers opriep ontslag te nemen.
Op 1 juli, dus één dag na onze betoging in Wezembeek-Oppem, schaarde de CVP-PSC zich achter het voorstel van CVP-PSC-voorzitter Paul Vanden Boeynants, dat de naasting van onze zes gemeenten verwierp en faciliteiten voor drie jaar invoerde, waarna het parlement die gemeenten ofwel bij Brussel zou voegen ofwel bij het eentalige arrondissement Halle-Vilvoorde zou voegen.
En kijk, op 2 juli bood eerste minister Theo Lefèvre al of niet gemeend het ontslag van zijn regering, die maar niet tot eensgezindheid kwam over de voorgestelde overheveling van onze zes Vlaamse gemeenten naar de Brusselse agglomeratie, aan de koning aan. Die ging evenwel niet in op het ontslag maar stuurde Lefèvre weer het veld in. Op 5 juli trokken afgevaardigden van beide regeringspartijen naar het afgelegen kasteel van Hertoginnedal, waar achter de gesloten poorten en ver weg van de pers het latere akkoord van Hertoginnedal zou worden bekokstoofd. Daarover vertellen wij meer in ons volgend augustusnummer van De Zes, meteen het begin van onze tweeëndertigste jaargang.