Een ontevreden allicht Franstalige inwoner van een van onze faciliteitengemeenten heeft zich in een Franse koleire tot de rechtbank gericht en meteen ook geweigerd een Nederlandstalig aanslagbiljet voor de onroerende voorheffing te betalen. Normaal krijgt iedereen, zoals dat vastgelegd is in de Omzendbrief Peeters, een Nederlandstalig aanslagbiljet met de bijkomende vermelding dat op aanvraag een Franstalig biljet wordt toegezonden. Wellicht was het niet de eerste keer dat betrokkene een Nederlandstalig aanslagbiljet ter betaling toegezonden kreeg en verkeerde hij in de waan dat éénmaal gevraagd, hij/zij in de daaropvolgende jaren automatisch meteen een Franstalig aanslagbiljet zou toegestuurd krijgen.
Hij kan Nederlands geleerd hebben
De Vlaamse belastingdienst houdt zich evenwel terecht aan de Omzendbrief Peeters, waarbij de belastingplichtige telkens opnieuw die aanvraag voor een Franstalig exemplaar moet doen. Hij kan immers in het voorbije jaar Nederlands geleerd hebben en op die manier bewezen hebben dat hij zich in het eentalig Nederlands taalgebied wenst te integreren. Die handelwijze van elke instelling in Vlaanderen werd nooit door de vroeger bevoegde Nederlandstalige Kamer van de Raad van State betwist.
Na diverse juridische processen heeft uiteindelijk het Franstalig Hof van Cassatie hierover een uitspraak gedaan: die sukkelaar – maar die uitspraak geldt voorlopig wel voor hem alleen – moet meteen na zijn eerste verzoek levenslang een Franstalig aanslagbiljet toegestuurd krijgen.
Wij zijn er echter van overtuigd dat dit arrest voor de Franstaligen een breekijzer zal worden om bij volgende initiatieven voluit voor iedereen in onze faciliteitengemeenten hetzelfde voorrecht op te eisen. Leg die uitspraak naast die van de Algemene tweetalige vergadering van de Raad van State, die als echte wettenmakers de terloops geuite vrome gedachte verkondigde dat een vierjaarlijks geuit en levenslang vernieuwbaar schriftelijk verzoek moest volstaan om alle documenten meteen in het Frans toegestuurd te krijgen. Vijf van onze zes Vlaamse faciliteitengemeenten hebben meteen die franskiljonse verzuchtingen overgenomen en meteen in een gemeentelijk F-register opgenomen.
Insubordinatie
Tegen de richtlijnen van hun bevoegde Vlaamse minister Liesbeth Homans en Lode De Witte, gouverneur van Vlaams-Brabant hebben die vijf na de eerste in het Nederlands verstuurde oproepingsbrief voor de verkiezingen meteen nieuwe oproepingsbrieven volgens de taalregistergebonden voorkeur toegezonden.
Met de zijdelingse appreciatie dat de ontvanger de eerste officiële gouverneursbrief gerust thuis mocht laten. Dat is toch verzet tegen het gezag waaraan men door
zijn functie ondergeschikt is. Met een geleerd woord: insubordinatie.
En dan te bedenken dat wij die afhankelijkheid van een tweetalige Algemene Vergadering van de Raad van State te danken hebben aan de parlementsleden van de tripartite met CD&V, SP.a, Open VLD en zelfs die van Groen uit de oppositie. In 2014 waren ze tot de laatste
man/vrouw toe bij de zesde staatshervorming toch bereid die prijs te betalen.
Geen prijs?
Tegen elke belofte in van de toenmalige burgemeesters uit Halle-Vilvoorde die herhaaldelijk verklaarden dat Vlaanderen geen prijs moest betalen voor de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde.
Dit nieuwe arrest, deze keer van het Hof van Cassatie, zo wijst Stefan Sottiaux, docent publiek recht aan de KU Leuven, ‘is uitgesproken door de Franstalige kamer van het Hof van Cassatie. De Vlaams overheid kan weigeren daarin mee te gaan en proberen een nieuw arrest uit te lokken. Mogelijk komt de zaak dan voor een grote kamer waarin ook Nederlandstaligen zetelen.’
Met dank aan Barbara Moens, redactrice Politiek van www.tijd.be