Sinds 2009 heeft de Vlaamse regering een minister bevoegd voor de Vlaamse Rand, met als hoofdbedoeling de verfransing en ontnederlandsing van de regio tegen te gaan. Maar de impact blijft beperkt. Sinds 2009 is die post ook onafgebroken in handen van de N-VA. Tot 2014 was het Geert Bourgeois. Sindsdien rust de bevoegdheid bij Ben Weyts. Die stelde aan het begin van de nieuwe regeerperiode een ambitieus beleid voor. Maar mogen we daar iets van verwachten?
Dat het in de tussentijd almaar slechter gesteld is met het Vlaamse karakter van de Vlaamse Rand is geen geheim. De instroom van Nederlands onkundigen vooral vanuit Brussel zet de regio onder
druk. Ondanks inspanningen blijkt het tij moeilijk te keren. Al vindt minister van Financiën, Begroting, Vlaamse Rand, Onroerend Erfgoed, Dierenwelzijn Ben Weyts dat doemdenken hier niet op z’n plaats is. ‘Als kind van de Rand ben ik fier op onze Vlaamse identiteit, onze prachtige groengebieden, ons bruisend verenigingsleven en onze bloeiende economie’, weet Weyts. ‘De Vlaamse Rand is een regio waar het fantastisch wonen, werken en leven is en leeft als nooit tevoren.’ ‘Maar mijn liefde voor de Rand maakt mij niet blind voor de uitdagingen van de Rand. De nabijheid van de grootstad Brussel zorgt voor een toenemende bevolkingsinstroom en een sterke druk op ons groene karakter. De hoofdstad kent bovendien veel maatschappelijke uitdagingen die zich ook sterk laten voelen in de Vlaamse Rand. Onze streek heeft duidelijk nood aan een beleid op maat, waarvoor de noodzakelijke budgetten voorzien worden.’
Meer geld voor Vlaamse Randfonds
Aan die budgetten is sinds de vorige legislatuur stevig gesleuteld. Weyts verduidelijkt: ‘Deze Vlaamse regering levert ongeziene inspanningen voor de Vlaamse Rand. In de vorige regeerperiode kreeg het Randbeleid voor het eerst eigen financiële slagkracht met het Vlaamse Randfonds, met een startbedrag van 20 miljoen euro. In deze regeerperiode verankeren we dat Vlaamse Randfonds niet alleen, we maken ook een grote financiële sprong voorwaarts: de Vlaamse Regering maakt voor het Randfonds voor deze legislatuur een historisch bedrag van in totaal 37 miljoen euro vrij. We verdubbelen dus bijna het startbudget. De minister van Vlaamse Rand is niet langer louter aangewezen op de goedhartigheid van collega-ministers en de noden in de Rand moeten niet langer wachten tot er eens budgetten van andere beleidsdomeinen vrijkomen.’ ‘Dit betekent natuurlijk niet dat er geen inspanningen meer komen van die andere beleidsdomeinen. Integendeel: in het Regeerakkoord hebben we expliciet opgenomen dat álle ministers historische investeringsachterstanden in de Vlaamse Rand én Halle-Vilvoorde zullen inlopen. Het is in dat opzicht trouwens uitstekend nieuws dat de minister van Vlaamse Rand voor het eerst ook bevoegd is voor Financiën en Begroting: de waakhond van de Vlaamse kas zal er ook over waken dat de Vlaamse Rand rechtvaardig behandeld wordt.’
Totaalplan Nederlands
Weyts wil het beleid bijsturen en breder opentrekken met een Totaalplan Nederlands.
Hij wijst ook op de verantwoordelijkheid van de Vlaamse burger, want volgens hem mag je niet alle heil verwachten van de overheid. ‘We mogen als samenleving niet aanvaarden dat nieuwkomers zich niet aanpassen. We moeten ook naar onze eigen rol kijken. Veel Vlamingen vinden het op korte termijn gemakkelijker om Frans te spreken met nieuwkomers, maar dat wreekt zich op lange termijn.’ ‘In de komende jaren komt er voor het eerst een Totaalplan Nederlands. Één van de centrale boodschappen zal zijn dat iedereen aan de bak moet. De overheid kan de ontnederlandsing niet alleen stoppen. Daar hebben we iedereen voor nodig. Een Franstalige kan nu misschien even een vervelend moment meemaken aan het gemeentelijk loket, waar men nog hamert op Nederlands. Maar dat is snel weer vergeten als hij voor de rest in het dagelijkse leven toch overal Frans kan praten in de Vlaamse Rand. Wij Vlamingen moeten ons meer bewust zijn van onze eigen rol, op elk moment. Ook bijvoorbeeld als je de eigen woning verkoopt. Niemand moet denken dat de ontnederlandsing zal stoppen bij de grenzen van de Vlaamse Rand: het zit nu
al verder en het zal blijven uitdijen als we niets doen.’
Wonen In Eigen Streek (WIES)
Het woonbeleid heeft eveneens een grote invloed op dat Vlaamse karakter. De aantrekkingskracht van de Vlaamse Rand als woonregio drijft de vastgoedprijzen omhoog en maakt het voor geboren en getogen randbewoners moeilijker om er te blijven wonen. Weyts neemt daarom bijkomende maatregelen om het woonbeleid in de Rand te versterken en blijf lokale besturen ondersteunen om Wonen In Eigen Streek te bevorderen. Het WIES-decreet biedt de gemeenten in de Rand de mogelijkheid om kopers die aan bepaalde voorwaarden voldoen (vb. minstens vijf jaar in de gemeente wonen, inkomensgrens van maximum 53.145 euro voor een alleenstaande en 77.301 voor een koppel, te vermeerderen met 4.831 euro per persoon ten laste), te ondersteunen met grondaandelen voor minstens 50% van de schattingsprijs. ‘Op het vlak van wonen is extra ondersteuning nodig’, aldus Weyts, ‘zodat wonen in de Rand betaalbaar blijft voor wie een band heeft met de streek. Ik blijf daarbij inzetten op de toepassing van het nieuwe WIES-decreet van 2023. WIES-gemeenten kunnen nu echt aan de slag met dit instrument om de minder kapitaalkrachtige, plaatselijke bevolking te helpen bij het verwerven van een eigen woning. Zij beslissen zelf om via een gemeentelijk reglement in te stappen in het nieuwe WIES-systeem. Alle gemeenten van de Vlaamse Rand staan op de lijst van WIES-gemeenten, gelet op de hoge grond-en woningprijzen in onze regio. Ik gebruik het Vlaams Randfonds als hefboom om lokale besturen in de Rand te motiveren en te ondersteunen om in dit systeem te stappen.’ ‘Aansluitend blijf ik goed samenwerken met het autonoom provinciebedrijf Vlabinvest als het om wonen in de Vlaamse Rand gaat. Hun ondersteuning van lokale besturen rond WIES maakt hier deel van uit. Daarnaast zoek ik naar synergieen en opportuniteiten om jonge startende gezinnen een optimale kans te geven om hun leven in de Rand uit te bouwen. Samen met mijn collega-minister Melissa Depraetere (Vooruit), bevoegd voor Wonen, onderzoek ik hoe we het woonbeleid voor die doelgroep kunnen versterken door de toegang tot de sociale woningen aan te passen aan de realiteit van de Vlaamse Rand.’
VZW De Rand blijft belangrijkste partner voor beleid
Een groot deel van de middelen (8,1 miljoen euro) gaat naar VZW de Rand, die inzet op taalpromotie en onder meer het jaarlijkse fietsevenement De Gordel organiseert. Daarnaast baat de vzw 7 gemeenschapscentra uit in de faciliteitengemeenten en ondersteunt ze de overige dertien lokale besturen bij hun taalpromotiebeleid. Directeur Jo Van Vaerenbergh is er in elk geval van overtuigd dat hun werk wel degelijk zoden aan de dijk zet. ‘We worden geconfronteerd met een enorme instroom van anderstaligen in de Vlaamse Rand. Je kan in een vrije samenleving de mensen niet verbieden om te verhuizen. Wat we wel kunnen doen, is blijvend inzetten op de promotie van het Nederlands als voertaal. En dat lukt best wel.’
Oppositie blijft kritisch
Bij de oppositie, meer bepaald bij het Vlaams Belang, blijven ze kritisch tegenover de plannen van de regering. Klaas Slootmans spreekt over een sombere maar ook pertinente omgevingsanalyse. ‘De cijfers tonen aan dat de negentien Vlaamse Randgemeenten te kampen hebben met migratie vanuit Brussel, waardoor de regio transformeert tot een onderdeel van het Brusselse Gewest. Ongeveer de helft van de bevolking in de Vlaamse Rand is van vreemde afkomst en dat aandeel loopt op tot 70 procent in de categorie 0 tot 17 jaar.’ ‘Ik ben blij met de stijgende budgetten voor de regio, maar stel vast dat die budgetten niet resulteren in een sterkere Vlaamse Gemeenschap in de Rand, integendeel. Volgens cijfers van Kind en Gezin groeit meer dan zeven op de tien kinderen op in een anderstalig gezin. Uit de laatste Taalbarometer blijkt bovendien dat niet het Nederlands maar het Frans de meest gekende taal is in de Rand. Als het beleid van de afgelopen dertig jaar wordt verdergezet, is het onwaarschijnlijk dat die trend kan worden gekeerd.’ ‘De Vlaamse Gemeenschap wordt binnen de Rand tegen de volgende legislatuur gedegradeerd tot een verwaarloosbare minderheid. De Brusselse realiteit zal binnenkort ook de realiteit zal zijn in de Vlaamse Rand. Het beleid moet zich daarom richten op het afremmen van de instroom van anderstaligen en het versterken van de Vlaamse aanwezigheid.’ ‘Minister Weyts geeft aan dat ook de werkgevers meer zullen worden betrokken bij het totaalplan Nederlands. De wet bepaalt nu al dat de communicatie in bedrijven in het Nederlands moet gebeuren, maar talloze bedrijven lappen
dit aan hun laars. Ik pleit ervoor om de sociale inspectie daar vaker voor in te zetten.’ Slootmans ziet wel een aantal positieve punten in de plannen van Weyts. ‘Zo is er de koppeling van de taalintegratievoorwaarde aan het leefloon. Maar ook daar lijkt het voor mij allemaal te weinig te zijn. De vraag is hoe hoog de lat hier wordt gelegd. Hoe zal dat concreet worden geregeld? Dat zou in samenspraak gebeuren met minister van Welzijn Caroline Gennez (Vooruit), maar ik stel vast dat daar niets over vermeld staat in de beleidsnota voor het beleidsdomein Welzijn. Betekent dit dat er geen consensus over bestaat binnen de regering? Dan vrees ik dat het dode letter blijft.’