Vlaams parlementslid Jan Laeremans stelde deze concrete vraag aan Bart Somers, minister van Binnenlands Bestuur:
‘Op 9 juni 2024 vinden de volgende parlementsverkiezingen en Europese verkiezingen plaats.
- In welke taal moeten de oproepingsbrieven aan de kiezers van de zes Vlaamse gemeenten met faciliteiten door de respectieve gemeentebesturen verzonden worden?
- Mag ik veronderstellen dat de richtlijnen van de omzendbrief-Peeters en dus niet de door sommige gemeentebesturen aangelegde en al te vaak gehanteerde taalregistratie zullen worden gevolgd?
Vrij vlug antwoordde minister Bart Somers:
- Overeenkomstig de Bestuurstaalwet moeten oproepingsbrieven worden beschouwd als betrekkingen met particulieren. In de gemeenten met taalfaciliteiten in het Nederlandse taalgebied moeten de oproepingsbrieven dus steeds verstuurd worden in het Nederlands en inwoners die daarom vragen, krijgen een Franstalige versie van de oproepingsbrief. Overeenkomstig de omzendbrieven Martens, Peeters, Keulen en Bourgeois moeten de inwoners telkens opnieuw de vraag stellen om een document in het Frans te krijgen. De taalvoorkeur mag dus niet geregistreerd worden.
- De federale minister van Binnenlandse Zaken is bevoegd voor de organisatie van de verkiezingen van 9 juni 2024 en kan de faciliteitengemeenten instructies geven over de naleving van de Bestuurstaalwet bij het versturen van de oproepingsbrieven als zij dat nodig acht. De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur houdt toezicht op de naleving van de taalwetten door de lokale besturen.