Nieuwe huisartsenwachtpost

Nieuwe huisartsenwachtpost

Inwoners van Wezembeek-Oppem, Kraainem, Hoeilaart, Tervuren en Overijse kunnen voortaan in het Medisch Centrum Huisartsen  Druivenstreek, gelegen in de Hardstraat 12 te Wezembeek-Oppem voor dringende geneeskundige zorg terecht tijdens het weekeinde en op feestdagen op de voorafgaande dag  vanaf 18 uur tot de daarop volgende dag om 8 uur. Mobiele hulp kan tijdens die dagen alleen voor niet-mobiele zieken. Telefonisch zal het centrum tijdens de uren van opening bereikbaar zijn op het nummer 1733. Zowat 70 huisartsen, die elk acht keer twaalf uur van dienst zullen, lossen elkaar hier tijdens die dagen af. Hopelijk neemt daarmee de druk af op de steeds meer bevraagde en minder talrijk geworden huisartsen in deze regio.

Voorbarige faciliteiten

Onder de titel ‘Mag een burgemeester de wet overtreden?’ bracht de krant De Standaard in december 1958 verslag uit over één van de zovele toenmalige wetsovertredingen van burgemeester de Grunne, de peetvader van de faciliteiten avant la lettre.

Wij citeren: ‘De Bestendige Deputatie van (de toenmalige nog unitaire provincie) Brabant heeft op 12 december 1958 uitspraak gedaan over de klacht tegen de tweetalige kiezersoproepingen in de gemeente Wezembeek-Oppem. Zij heeft geoordeeld dat deze oproepingsbrieven onwettelijk waren, maar dat dit geen invloed heeft gehad op de uitslag van de verkiezingen, zodat er geen aanleiding toe bestond deze laatste nietig te verklaren. Deze beslissing is uit juridisch standpunt ongetwijfeld juist en het Vlaams Komitee, op wiens initiatief deze klacht werd neergelegd, mag het zeker als een grote overwinning beschouwen dat een administratief rechtscollege op een zo formele wijze de tweetaligheid in de Brusselse (wij zouden nu schrijven: ‘Vlaamse ‘) randgemeenten heeft veroordeeld’.

‘De zaak Wezembeek-Oppem is daarmee evenwel niet van de baan. We staan nu voor de volgende toestand: een gemeentebestuur ziet een bepaalde bestuursdaad, of beter, een reeks bestuursdaden (want de beslissing veroordeelt impliciet de ganse tweetaligheidspolitiek van de gemeente) door de administratieve overheid afgekeurd worden en nietig verklaard omdat ze strijdig zijn met de wet; niettemin gaat dit gemeentebestuur onverstoord verder met de ene wetsovertreding op de andere te stapelen, opzettelijk en moedwillig.’

‘De man, die verantwoordelijk is voor deze ongehoorde houding van het gemeentebestuur, is de burgemeester, graaf Baudouin de Hemricourt de Grunne. Wij hebben niets tegen de persoon van de burgemeester van Wezembeek-Oppem: hij kan een eerlijk, bekwaam en degelijk mens zijn en wij wensen dit niet in twijfel te trekken.

‘Indien hij er echter van overtuigd is en blijft dat de Franssprekende  inwijkelingen (en volgens de jongste talentelling (1947)waren er slechts 660 inwoners van zijn gemeente die geen Nederlands spraken) het recht hebben in een Vlaamse gemeente hun taal op te dringen, indien van de andere kant de Belgische wet dit formeel verbiedt, dan heeft graaf de Grunne slechts één keuze: ofwel steekt hij zijn persoonlijke opvattingen op zak en bestuurt hij zijn gemeente overeenkomstig de wet, ofwel is hij ongeschikt om burgemeester te zijn van Wezembeek-Oppem .’