Wezembeek-Oppem.

Net als de Kraainemnaars hebben die van Wezembeek-Oppem het zonder spotnaam overleefd. Ze zijn met zowat 14.254 en de gemeente is een zowat een 1km² groter dan Kraainem met 6,87 km². Met 2076 inwoners per km² is ze iets minder druk bewoont dan de gemeente die Wezembeek-Oppem als enige van de zes Vlaamse faciliteitengemeenten niet doet grenzen aan het Brussels hoofdstedelijk Gewest.

73% van de inwoners verklaart zich tevreden over de gemeente, 84% noemt zich gelukkig, 45,1% is er van buitenlandse origine en 41% heeft veel vertrouwen in het gemeentebestuur. 69,7% van de grondoppervlakte is er bebouwd en de mediaanprijs van de verkochte woningen bedraagt € 500.000.

Samen met Sint-Genesius-Rode bleef deze gemeente in 1947 bij de laatste talentelling met 29,97% beneden de 30% Franssprekenden. Volgens de taalwetgeving uit 1932 vóór de faciliteitenwetgeving van 1963 gold het cijfer van 30% om de gemeente een soort faciliteitenregime voor haar anderstalige minderheid op te leggen. Wat burgemeester Baudouin de Henricourt de Grunne niet belette eigenhandig en als directeur-generaal van de toenmalige Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten en als burgemeester van Wezembeek-Oppem van 1947 tot 1995 zijn gemeente tot 1963 onwettige faciliteiten, zeg maar tweetaligheid, op te leggen.