Federaal parlementslid Barbara Pas (VB) interpelleerde federaal staatssecretaris Thomas Dermine (PS) in verband met de taalinspectie inzake het Franstalig onderwijs in de randgemeenten.
Overeenkomstig artikel 7 van de wet van 2 augustus 1963 op het gebruik van talen in bestuurszaken, wordt in de zes randgemeenten rond Brussel kleuter- en lager onderwijs verstrekt in het Frans voor zover deze taal de moedertaal of de gebruikelijke taal van het kind is en het gezinshoofd verblijf houdt in een van deze gemeenten. Of aan deze voorwaarden wordt voldaan wordt door de taalinspectie gecontroleerd.
Uit de antwoorden van staatssecretaris Dermine blijkt dat in het coronajaar 2020 alle nieuw ingeschreven leerlingen door de voortdurende coronacrisis uitzonderlijk enkel op administratieve basis gecontroleerd werden of ze voldeden aan de bij wet voorgeschreven voorwaarden. Ondanks de beperkte controle dienden dat jaar toch 5 leerlingen uitgeschreven te worden (2 in Wemmel en 3 in Wezembeek-Oppem) omdat ze niet in de gemeente woonden.
Vanaf 2021 werden alle nieuw ingeschreven leerlingen effectief gecontroleerd. Slechts één leerling in Drogenbos diende uitgeschreven te worden omdat zijn huistaal Roemeens was.
Vanaf 2022 werd wel een grote uitzondering gemaakt voor de inschrijving van Oekraïense vluchtelingenkinderen. De taalinspectie voert hier een gedoogbeleid met betrekking tot het taalcriterium omdat de status van de kinderen tijdelijk is en hun situatie precair en uitzonderlijk. De kinderen verblijven wel degelijk allemaal in Franstalige gastgezinnen in een vande zes, maar het Frans is niet de moedertaal of gebruikelijke taal.
Nieuwe leerlingen in het Fr. onderwijs |
|||
2019- 20 | 2020-21 | 2021-22 | |
Drogenbos | 51 | 49 | 42 |
Kraainem | 81 | 65 | 59 |
Linkebeek | 47 | 29 | 37 |
Sint-Genesius-Rode | 126 | 90 | 158 |
Wemmel | 125 | 130 | 115 |
Wezembeek-Oppem | 123 | 114 | 142 |