Als er één artikel is uit de diverse Gemeenschapskranten in de zes, dat we in zijn geheel zouden willen overnemen ter lering van onze duizenden lezers buiten de zes, dan is het wel het informatief artikel van Bart Claes in het nummer van april over ‘Taalvaardigheid meten’.
Sinds dit schooljaar worden de Vlaamse kleuterscholen in Brussel en het Vlaamse gewest door minister Ben Weyts en het Vlaams Parlement verplicht om een kindvriendelijke taaltest af te nemen van de vijfjarige kleuters om na te gaan of zij taalvaardig genoeg zijn voor het eerste studiejaar.
Deze test werd op punt gezet door het Centrum Taal en Onderwijs van de KU-Leuven. De test kreeg de naam Koala, de mascotte, waarvan de twee beginletters, K en O, de eerste letters zijn van Kleuter-Onderwijs. Aan de hand van doe-, zoek- en kiesopdrachten krijgt ieder kleuter dan een kleurcode toegekend. Is het groen, dan wordt verwacht dat de kleuter taalvaardig is om aan het eerste studiejaar te beginnen. Bij code oranje heeft de betrokken kleuter opvolging nodig. Is het
echter rood, dan krijgen de ouders van die kleuter het advies om hun kleuter het derde kleuterjaar opnieuw te laten volgen.
Gaan de ouders daar niet mee akkoord, dan moet die kleuter in het eerste leerjaar een taalintegratietraject volgen. Die test werd in alle Nederlandstalige kleuterscholen in heel het land tussen 10 oktober en 30 november afgenomen. Voor 85% werd het code groen. Vlaams-Brabant
piekte met 88%, maar de Vlaamse rand (de 19 gemeenten rond Brussel, die aan Brussel of één van de zes Vlaamse faciliteitengemeenten grenzen) haalde slechts 78%. 5% kreeg code rood en zou dus best de laatste kleuterklas overdoen of intensieve taalbegeleiding moeten volgen in het
eerste studiejaar. Voor 17% geldt de code oranje. Wat er toch op wijst dat die kleuters best dit kleuterjaar en volgend eerste leerjaar taalopvolging nodig hebben. In het vervolg van het voortreffelijk artikel brengt de auteur de concrete taalsituatie in twee van onze gemeentelijke
basisscholen voor kleuters ter sprake: De Schakel in Linkebeek en De Klimboom in Kraainem. In de Linkebeekse Vlaamse school is meer dan 80% van de leerlingen Franstalig en kreeg er slechts één leerling code rood op een test, die volgens de directie wat laagdrempelig was.
Ook in De Klimboom is de overgrote meerderheid thuis niet Nederlandstalig. Toch kreeg daar geen enkele leerling de code rood. En de leerlingen met oranjecode waren er niet talrijk. Met een extra
voorafgaande onderdompeling in het Nederlands kunnen de leerlingen met de verhaaltjes mee.
Volgens de Linkebeekse directie zijn een paar bijkomend toegezegde uren wel welkom, maar lossen die het overtal van teveel ingeschreven Franstalige leerlingen niet op. Hij geeft de voorkeur aan een beperking van het aantal toegelaten inschrijvingen van anderstaligen.